Stel dat een onroerende zaak oorspronkelijk is gebouwd als woning, maar al lange tijd dient voor andere vormen van gebruik. In deze situatie kan zo’n pand alleen het karakter van woning behouden als beperkte aanpassingen volstaan om het pand weer voor bewoning geschikt te maken. Men moet dat toetsen op het moment van de verkrijging. Als een kantoorpand extra leidingen heeft voor een eventuele latere toevoeging van badkamers, zijn minder aanpassingen nodig dan bij andere kantoorpanden. Maar Rechtbank Zeeland West-Brabant vindt dat niet voldoende. Zodra meer dan beperkte aanpassingen nodig om het gebouw geschikt voor bewoning te maken, heeft de verkrijger geen recht op toepassing van het lage tarief voor woningen.
Sinds 1 januari 2021 geldt het lage tarief voor woningen alleen als de verkrijger een natuurlijk persoon is voor wie de woning een eigen woning wordt of een woningcorporatie is.