Op grond van twee aangenomen amendementen vindt per 1 januari 2024 een verdere versobering van de 30%-regeling plaats. Vanaf die datum zal voor een ingekomen werknemer de vrijgestelde vergoeding gedurende de eerste twintig maanden forfaitair zijn vast te stellen op 30% van het belastbare loon. Voor de volgende periode van twintig maanden is de vrijgestelde vergoeding 20% van het belastbare loon. Ten slotte kan de werkgever voor de laatste periode van twintig maanden maximaal 10% van het belastbare loon forfaitair onbelast vergoeden. Een ander amendement ziet op de buitenlandse partiële belastingplicht. Dankzij deze faciliteit hoeven ingekomen buitenlandse werknemers, die gebruik maken van de 30%-regeling, geen box 2 of 3-belasting te betalen over hun buitenlands kapitaalinkomen. Per 1 januari 2024 komt die mogelijkheid te vervallen. Wel komt er overgangsrecht.
De huidige regeling om de werkelijke kosten vergoed te krijgen, blijft bestaan. Voor werknemers die in het laatste loontijdvak van 2023 een beschikking voor de 30%-regeling hebben, gaat overgangsrecht gelden. En de ingekomen werknemer die over het laatste loontijdvak 2023 gebruikmaakt van de 30%-regeling heeft tot en met 2026 nog de mogelijkheid te kiezen voor partiële buitenlandse belastingplicht.