De schenker of erflater die een indirect aanmerkelijk belang heeft van minstens 5% kan de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOR) in de Successiewet en de doorschuifregeling (DSR) voor inkomen uit aanmerkelijk belang toepassen. Is het belang lager dan 5%, dan kan hij gebruikmaken van de zogeheten verwateringsregeling, maar daarvoor is een minimaal belang van 0,5% vereist. Ook is vereist dat dit indirecte belang bij een van de rechtsvoorgangers krachtens erfrecht, huwelijksvermogensrecht of schenking van de schenker of erflater een indirect aanmerkelijk belang was. En dat dat indirecte belang uitsluitend is verwaterd door vererving, overgang krachtens huwelijksvermogensrecht of schenking. Door een aangenomen amendement vervalt per 1 januari 2025 de voorwaarde van ten minste 0,5% als de verkrijger een bloed- of aanverwant in de neergaande lijn is van een hiervoor bedoelde rechtsvoorganger die een indirect aanmerkelijk belang hield in dat andere lichaam. Hierdoor kunnen oude familiebedrijven toegang blijven behouden tot de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten, ook als de belangen al vergaand zijn verwaterd over vele familieleden. Ook krijgen toekomstige erflaters of schenkers van zeer oude familiebedrijven, die sinds de invoering van de Wet IB 2001 geen gebruik konden maken van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten, toegang tot deze bedrijfsopvolgingsfaciliteiten vanaf 2025.
In het wetvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten wordt ook het lage percentage van de vrijstelling goingconcernwaarde van de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) vanaf 2025 verlaagd van 83% naar 70%. Door een aangenomen amendement wijzigt de aanpassing van dit percentage van 70 in 75.