Stel een maat van een maatschap heeft een eigen woning en spaargeld dat hij tot zijn privévermogen rekent. Later brengt die maat de eigen woning en het spaargeld in de maatschap in. Als die maat later overlijdt, is volgens de fiscus en rechtbank Zeeland-West-Brabant de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) niet zomaar toe te passen op de woning en het spaargeld. Dat zou alleen mogelijk zijn als een bijzondere omstandigheid een fiscale heretikettering van de woning en het spaargeld zou rechtvaardigen. Het voornemen om de onderneming van de maatschap toekomstbestendig te maken is op zichzelf geen bijzondere omstandigheid die heretikettering rechtvaardigt.
De uitspraak van de rechtbank maakt ook duidelijk dat de inspecteur die de aangifte erfbelasting controleert niet verplicht is om het dossier voor de inkomstenbelasting te raadplegen. Daardoor is eventuele informatie die hij later verkrijgt van de IB-inspecteur over de inbreng van de eigen woning en het spaargeld een nieuw feit.