In een zaak voor rechtbank Zeeland-West-Brabant is een vrouw samen met haar twee broers beherend vennoot van een besloten cv geweest. Haar ouders waren de commanditaire vennoten van de cv. Tegen de tijd dat de vennoten de besloten cv ontbonden, heeft de vrouw de cv verlaten en is haar echtgenoot toegetreden als beherend vennoot. De vrouw, een van haar broers en haar echtgenoot zullen de onderneming van de ontbonden cv voortzetten. De stille vennoten willen de vrouw een groot bedrag schenken in het kader van deze bedrijfsopvolging. Zowel de Belastingdienst als de rechtbank meent dat de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) niet van toepassing is op deze schenking. De schenking heeft namelijk plaatsgevonden na de ontbinding van de cv. Daardoor kan de schenking niet hebben bestaan uit een aandeel in een cv. Evenmin kan sprake zijn van een schenking in de vof. De ouders zijn immers geen vennoten van de vof. Verder oordeelt het hof dat de huwelijksgoederengemeenschap niet ervoor zorgt dat de vrouw kwalificeert als een beherend vennoot.
Er bestaat een wetsfictie, waardoor partners voor de berekening van de schenkbelasting als een en dezelfde persoon worden aangemerkt. Maar deze wetsfictie gaat niet zover, dat iemand een beherend vennoot van een cv is als zijn echtgenoot dat ook is.