Stel dat een agrariër een overeenkomst heeft gesloten voor de aankoop van een agrarisch bedrijf met onroerende zaken. Volgens de koopovereenkomst wil de agrariër de levering invoegen in een vrijwillige kavelruil en zullen de andere partijen daaraan meewerken. Een klein halfjaar later hebben de verkopers, de agrariër en zijn ouders een kavelruilovereenkomst ondertekend die niet in de openbare registers is ingeschreven. Bij die kavelruil zijn onder meer de onroerende zaken ingebracht die in de eerdere koopovereenkomst staan. Bij de notariële akte van kavelruil is een aantal onroerende zaken toebedeeld aan de agrariër. De vraag is dan of de agrariër een beroep kan doen op de kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting. De Hoge Raad bevestigt het standpunt van de fiscus dat de kavelruilvrijstelling niet van toepassing is. Om de kavelruilvrijstelling te mogen toepassen, moet namelijk de kavelruilovereenkomst in de openbare registers staan ingeschreven.
Per 1 januari 2025 worden woningen inclusief aanhorigheden en opstallen in principe uitgesloten van de kavelruilvrijstelling. Een uitzondering geldt voor woningen en opstallen die men bedrijfsmatig agrarisch gebruikt. Maar daarbij geldt dan wel de eis dat de woning of de opstal de komende tien jaren het landbouwbedrijf niet verlaat.