Fiscaal

Betaling onder opschortende voorwaarde? Geen passiefpost

Een recente zaak voor rechtbank Noord-Holland ziet op een nv en twee vennootschappen die zijn opgericht naar het recht van Delaware. Deze lichamen sluiten op 16 september 2015 een overeenkomst. Op grond van deze overeenkomst zal de ene vennootschap via een juridische fusie opgaan in de andere vennootschap. Vervolgens zal de nv (indirect) de aandelen in de overgebleven vennootschap verkrijgen. Als de fusie doorgaat, betaalt de nv de oude aandeelhouders van de overgebleven vennootschap een bedrag in contanten. Tussen 16 september 2015 en 21 juni 2016 gaan de opschortende voorwaarden van de overeenkomst in vervulling. De nv betaalt op 17 en 20 juni 2016. Zij wil in de periode van 16 september 2015 tot en met 21 juni 2016 een passiefpost vormen voor de betalingsverplichting. Maar zowel de Belastingdienst als de rechtbank meent dat de totstandkoming van de betalingsverplichting van de nv afhankelijk is van dezelfde voorwaarden als de fusie zelf. Daarom is het op de balansdatum niet toegestaan om de betalingsverplichting als schuld op te voeren.

Volgens de rechtbank kan de nv evenmin een voorziening in 2015 vormen. Een voorwaarde voor het vormen van een voorziening is dat men de kosten op correcte wijze toerekent. De betaling is echter fiscaal gezien niet aan te merken als een kostenpost, maar als een kapitaalstorting.

Deel dit artikel

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
WhatsApp
E-mail

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Bylan

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Bylan

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief