Als de werkgever een laadpaal bij de woning van zijn werknemer laat plaatsen, hangt het af van de situatie hoe hij deze kosten moet verwerken in de aangifte loonheffingen. Heeft de werknemer een auto van de zaak en rijdt hij daarmee meer dan 500 privékilometers op jaarbasis? In dat geval zijn de kosten van de laadpaal onderdeel van de gebruikskosten van de auto. De werkgever hoeft dan geen rekening te houden met een extra bedrag aan loon (in natura). Als de werknemer aantoont hoogstens 500 kilometer aan privégebruik te hebben, blijft de bijtelling achterwege. Ook dan zijn de kosten van de laadpaal geen loon voor de werknemer. De vergoeding voor elektriciteitskosten is evenmin belast mits is afgesproken dat de werknemer het daadwerkelijke verbruik tegen integrale kostprijs doorlevert aan de werkgever. De kosten van een meter om het feitelijk verbruik vast te stellen, behoren tot de kostprijs. De werkgever mag alleen een onbelaste vaste vergoeding geven voor intermediaire kosten op basis van een gemiddelde elektriciteitsprijs als hij aannemelijk kan maken dat deze vergoeding gelijk is aan de integrale kostprijs die de werknemer is verschuldigd aan zijn energiemaatschappij. Vergoedt de werkgever de laadpaal aan een werknemer die met een eigen auto rijdt? Dan is hooguit € 0,21 (bedrag 2023) per zakelijke kilometer onbelast te vergoeden.
Vordert een werkgever een laadpaal niet terug van de werknemer na afloop van het dienstverband of stelt hij geen elektrische auto meer ter beschikking? Dan kan de achtergebleven laadpaal onder bepaalde omstandigheden belast loon in natura vormen.