Stel dat een veilinghouder via zijn veiling goederen verkoopt die afkomstig zijn van particulieren. De veilinghouder vraagt daarvoor een commissie van de verkoper, terwijl de koper opgeld betaalt. Volgens de fiscus en de Hoge Raad moet de veilinghouder over deze commissie btw afdragen. De Hoge Raad bepaalt dat men de aankoopprijs voor de margeregeling moet verminderen met de in rekening gebrachte commissie door de veilinghouder.
Voor de opbrengst moet de hamerprijs worden vermeerderd met het door de koper betaalde opgeld.