Naar aanleiding van een krantenartikel zijn Kamervragen gesteld aan de minister voor Rechtsbescherming. Het artikel stelt dat hof Den Haag in een zaak al een conceptoordeel klaar had voordat bepaalde camerabeelden waren bekeken. Een van de Kamervragen is daarom of dit het vertrouwen in rechtsgang ernstig schaadt. De minister meent van niet en verwijst naar een reactie van het hof. Volgens het hof hadden de partijen aanvankelijk niet om een zitting gevraagd. Het hof heeft daarom een datum voor de uitspraak aan de partijen doorgegeven. Ongeveer een week vóór deze datum hebben de partijen alsnog om een zitting verzocht. De conceptuitspraak was toen al opgesteld, maar het hof vindt dat onder de gestelde omstandigheden geen probleem. Ook stelt het hof de beelden wel tijdens het schrijven van het concept te hebben bekeken. Bovendien constateert de minister dat het niet gebruikelijk is dat rechters een conceptvonnis opstellen voordat de behandeling van een zaak is voltooid.
Wie meent dat de rechter vooringenomen is, kan een wrakingsverzoek indienen. Dit moet echter wel goed gemotiveerd zijn, want wrakingsverzoeken worden niet zo vaak toegewezen.