In een zaak voor rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een vrouw met haar echtgenoot een onderneming in de vorm van een maatschap en commanditaire vennootschap gedreven. Zij heeft haar woning op 1 januari 2018 aangemerkt als (buitenvennootschappelijk) ondernemingsvermogen. Nadat op 20 juni 2018 het besluit ‘waardering woning bij overbrenging van ondernemingsvermogen naar privévermogen’ is gewijzigd, wilde de vrouw de woning aanmerken als privévermogen. Vervolgens claimde zij in haar aangifte IB/PVV 2018 een verlies van € 75.751 in verband met de overbrenging naar privé. Maar de Belastingdienst heeft dit verlies volgens de rechtbank terecht gecorrigeerd. Er was namelijk geen aanleiding om de woning alsnog als privévermogen aan te merken. Heretikettering is alleen mogelijk als er sprake is van bijzondere omstandigheden. De vrouw maakt niet aannemelijk dat zij begin 2018 een andere keuze zou hebben gemaakt als het nieuwe besluit al zou hebben gegolden.
Voor woningen geldt de algemene regel dat sprake is van keuzevermogen als de ondernemer de woning voor minstens 10% zakelijk en voor minstens 10% voor privédoeleinden gebruikt. Anders is sprake van verplicht privévermogen of verplicht ondernemingsvermogen.