Hof Amsterdam heeft uitspraak gedaan in een zaak waarin een btw-ondernemer een cultureel podium met een groot en gevarieerd aanbod van voorstellingen exploiteert. De bezoekers betalen altijd één bedrag voor de voorstelling, het gebruik van de garderobe, de verstrekking van een pauzedrankje en de reserveringskosten. De ondernemer meent dat de verstrekking van (alcoholische) pauzedranken onder het verlaagde btw-tarief valt. Volgens de ondernemer is namelijk geen sprake van een zelfstandige prestatie. Hof Amsterdam is het daarmee eens. Het verstrekken van pauzedrankjes is een bijkomende prestatie die het bezoeken van de voorstelling aantrekkelijker maakt. Een gemiddelde bezoeker ziet het pauzedrankje niet als een aparte prestatie, en komt niet mede naar de voorstelling om een pauzedrankje te drinken. Ook is er sprake van één totaalprijs waarbij men altijd betaalt voor het drankje. Bovendien kunnen alleen bezoekers een pauzedrankje nemen.
Aangezien er sprake is van één prestatie, kan de inspecteur geen onderscheid maken naar tarief, ook al is dit in theorie mogelijk.