Als een IB-ondernemer liquide middelen in zijn onderneming aanhoudt, terwijl deze liquide middelen geen functie in het bedrijf hebben, is sprake van overtollige liquide middelen. De Belastingdienst merkt zulke overtollige liquide middelen aan als box 3-vermogen. Het wettelijk stelsel van box 3 over de jaren 2017 tot en met 2022, vóór de Wet rechtsherstel box 3, was echter in strijd met de Europese mensenrechten. Dat betekent dat over die jaren ook te veel box 3-belasting is geheven over overtollige liquide middelen van IB-ondernemingen. In een zaak voor hof Den Haag had een ondernemer hier ook mee te maken. Bovendien heeft hij aannemelijk gemaakt dat de fiscus de overtollige liquide middelen te vroeg tot zijn box 3-vermogen heeft gerekend. Daarom verlaagt het hof het box 3-inkomen van de ondernemer over de jaren 2017 en 2018. Hoewel een compensatie voor misgelopen rente niet mogelijk is volgens de Nederlandse belastingrenteregeling, kent het hof de ondernemer een rentevergoeding toe op basis van het rentepercentage voor de belastingrente.
Als de liquide middelen gedurende het jaar overtollig worden, vallen ze pas in het daaropvolgende jaar in box 3.