Stel dat een bv die een onderneming drijft, deze onderneming tegen een vierjarig winstrecht overdraagt aan haar enig aandeelhouder. Het winstrecht is berekend aan de hand van de waarde in het economisch verkeer van de onderneming. De aandeelhouder zet vervolgens de onderneming voort. De vraag is dan of de winstrechtverplichting voor de dga een schuld aan zijn bv is, die onder het regime van het excessief lenen valt. De Kennisgroep aanmerkelijk belang meent dat dit het geval is. Volgens de kennisgroep vormt de waarde in het economisch verkeer van de onderneming de nominale waarde van de schuld.
In beginsel merkt de Belastingdienst het deel van de schulden, aan de eigen bv dat aan het einde van het jaar de € 500.000 (bedrag 2024) overtreft, aan als een fictieve winstuitdeling.