Stel dat een bestuurder van een algemeen nut beogende instelling (anbi) jaarlijks op basis van een schenkingsovereenkomst een vast bedrag aan deze anbi schenkt. In de schenkingsovereenkomst is opgenomen dat de schenking eindigt bij het overlijden van de bestuurder of als de anbi failliet gaat of haar anbi-status verliest. De vraag is dan of de schenking kwalificeert als een periodieke gift. Volgens de Kennisgroep Inkomstenbelasting-niet winst kan dat het geval zijn. Maar dan moet onder andere een wezenlijke onzekerheid bestaan over de looptijd vanuit het oogpunt van de schenker. Die wezenlijke onzekerheid moet al aanwezig zijn bij het aangaan van de schenkingsovereenkomst. De beëindigingsgronden die in de schenkingsovereenkomst zijn opgenomen, betekenen niet automatisch dat geen sprake is van een wezenlijke onzekerheid. Staat bij het sluiten van de schenkingsovereenkomst vast dat de bestuurder/schenker niet of nauwelijks invloed heeft (of gaat hebben) op de looptijd van de periodieke gift? Dan wordt voldaan aan de wezenlijke onzekerheidseis.
In tegenstelling tot gewone giften geldt voor periodieke giften geen aftrekdrempel. Wel zijn periodieke giften in principe aftrekbaar tot maximaal € 250.000 per kalenderjaar.