Als een bv een lening heeft verstrekt aan een dochtervennootschap die in financiële moeilijkheden verkeert, kan zij besluiten om haar vordering op de dochtervennootschap af te waarderen. Dit afwaarderingsverlies is niet aftrekbaar als de Belastingdienst de lening als onzakelijk bestempelt. Dat betekent echter niet dat de fiscus afwaardering zelf afwijst en evenmin dat de afwaardering achterwege blijft. De bv kan daardoor niet in een ander jaar de vordering afwaarderen om zo te proberen alsnog het afwaarderingsverlies af te trekken, zo oordeelt rechtbank Den Haag.
Bevat een lening onzakelijke voorwaarden, die een derde toch zou accepteren in ruil voor een hogere winstonafhankelijke rente? Dan is de lening in beginsel zakelijk en is een afwaarderingsverlies op deze lening wel aftrekbaar.