Eind 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het toenmalige systeem van de vermogensrendementsheffing in box 3 stelselmatig in strijd was met de Europese mensenrechten. Daarop heeft de wetgever de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3 ingevoerd. Beide wetten discrimineren nog steeds beleggers met lage rendementen, zo oordeelt de Hoge Raad. Daarom zal de rechter nog steeds rechtsherstel moeten bieden als het totale werkelijke rendement over het box 3-vermogen lager is dan het totale forfaitaire rendement. Het werkelijk rendement omvat ook positieve en negatieve waardeveranderingen van vermogensbestanddelen. Ook ongerealiseerde waardeveranderingen tellen mee! De Hoge Raad maakt ook duidelijk dat men bij het berekenen van het werkelijk rendement geen rekening mag houden met kosten, inflatie of met rendementen van andere jaren. Rente van schulden die in box 3 vallen, tellen wel mee.
Bij de vermindering van de aanslag wegens rechtsherstel vergoedt de fiscus alleen rente als de wettelijke rente meer is dan het bedrag van de belastingvermindering in box 3.