In beginsel moet een woning het hoofdverblijf zijn van de belastingplichtige om te kwalificeren als een zogeheten eigen woning. Het recht op hypotheekrenteaftrek is gekoppeld aan deze kwalificatie.
Het karakter van hoofdverblijf blijft behouden als de belastingplichtige (een deel van) zijn eigen woning verhuurt aan derden. Uit een recente uitspraak van hof Amsterdam blijkt dat de verhuur van een gastenverblijf, dat onderdeel van een eigen woning is, tijdelijke verhuur kan zijn. In de desbetreffende zaak heeft niemand het gastenverblijf langer dan twee maanden gehuurd.
Als sprake is van tijdelijke verhuur, moet de eigenaar van de eigen woning zijn inkomen uit eigen woning verhogen met 70% van de voordelen uit de verhuur.