Stel dat een btw-ondernemer een investeringsgoed tot zijn ondernemingsvermogen rekent. Hij gebruikt dat goed als zodanig uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden. In die situatie moet men aannemen dat de uitgaven die zijn gemaakt voor dat investeringsgoed rechtstreeks en onmiddellijk verband houden met de economische activiteiten van die ondernemer. Voor het vaststellen van een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen uitgaven en gebruik voor bedrijfsdoeleinden is niet van belang of die belastbare handelingen geheel of gedeeltelijk zijn vrijgesteld van btw. Zo luidt het oordeel van de Hoge Raad. In hetzelfde arrest oordeelt de Hoge Raad dat men een uitsluitend voor verhuur bestemde woning met de daarop geplaatste zonnepanelen als één investeringsgoed moet zien. Voor de aftrek van btw ter zake van de verhuurwoning, telt daarom alle btw mee die ter zake van de bouw en levering van de huurwoning plus zonnepanelen in rekening is gebracht.
Als de ondernemer het investeringsgoed gebruikt voor zowel belaste als vrijgestelde handelingen, kan hij de voorbelasting in aftrek brengen op basis van de pro rata-methode.