Als een bv een fiscaal verlies lijdt, zal de Belastingdienst de hoogte van dit verlies moeten vaststellen in een verliesvaststellingsbeschikking. Wanneer een openstaand verlies wordt verrekend, moet de inspecteur dit opnemen in een verliesverrekeningsbeschikking. In bezwaarprocedures moet de bv deze verschillende beschikkingen niet met elkaar verwarren. Als een rentenadeel het gevolg is van een onjuiste verliesvaststellingsbeschikking, moet de bv ook tegen die beschikking in bezwaar gaan. Een bezwaarschrift tegen een verliesverrekeningsbeschikking zal dan ongegrond zijn.
Soms neemt de inspecteur een verliesverrekeningsbeschikking niet gelijktijdig met het opleggen van de aanslag vennootschapsbelasting. Dat betekent niet per definitie dat een beroep tegen de verliesverrekeningsbeschikking succes zal hebben.