Om de BPM over een gebruikte auto te berekenen, moet men onder andere de historische nieuwprijs van die auto bepalen. Daarbij wil de Belastingdienst nog eens gebruik maken van referentieauto’s. In een zaak voor hof Den Haag was de inspecteur ook uitgegaan van de CO2-uitstoot en daarmee de bruto BPM van de referentieauto’s. Het hof verwerpt deze berekeningswijze. Men moet bij de berekening van de bruto BPM in de historische nieuwprijs uitgaan van de CO2-uitstoot van de auto waarvoor men aangifte doet of waarop de (naheffings)aanslag ziet.
Uit de uitspraak blijkt ook dat een hogere CO2-uitstoot niet automatisch tot een hogere handelsinkoopwaarde leidt.