Stel, twee personen kiezen ervoor om in algehele gemeenschap van goederen te huwen. Zij bewonen een woning waarvan ieder voor de onverdeelde helft eigenaar is. Dit huwelijk eindigt later in een echtscheiding. In een notariële akte van verdeling krijgt een van de ex-echtgenoten de woning toebedeeld. De akte van verdeling regelt ook het ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid van de andere ex-echtgenoot. De ex-echtgenoot die de woning krijgt toebedeelt, is daarna als enige hoofdelijk aansprakelijk. In deze situatie vormen de kosten van het opstellen van de akte van verdeling voor de ex-echtgenoot met de woning geen kosten van een geldlening ten behoeve van de eigen woning. Hij kan deze kosten daarom niet aftrekken.
Voor de vertrekkende ex-echtgenoot kan de voormalige echtelijke woning nog twee jaar na de echtscheiding als eigen woning tellen, zodat hij de betaalde hypotheekrente kan aftrekken. Daarbij geldt als voorwaarde dat zijn ex-echtgenoot in die woning blijft wonen. Overigens telt in deze situatie een duurzaam gescheiden levende echtgenoot al als een ex-echtgenoot.