Een particulier kan in een levenstestament iemand, bijvoorbeeld zijn echtgenoot, aanwijzen om zijn belangen te behartigen als hij zelf daartoe niet meer in staat is. In dat geval is het mogelijk dat een ander deze aanwijzing aanvecht en een onafhankelijke derde als curator wil. In zo’n geval is een rechter niet verplicht om voorrang te geven aan degene die in het levenstestament is aangewezen als curator, zo bevestigt de Hoge Raad.
Het benoemen van de echtgenoot als curator kan in sommige familieverhoudingen leiden tot voortdurende onrust en onderlinge spanningen tussen de naasten van de onder curatele gestelde echtgenote. Dat kan voor de onder curatele gestelde ook merkbaar zijn. In zo’n situatie kan de rechter oordelen dat het meer gepast is om een onafhankelijke derde aan te stellen als curator.