Zolang feiten en omstandigheden alleen maar aanwijzingen en geen bewijzen zijn voor btw-fraude, mag de inspecteur de aftrek van voorbelasting in beginsel niet weigeren. Zo oordeelt althans rechtbank Den Haag. Daarbij merkt de rechtbank op dat er niet altijd sprake van fraude is als een ondernemer de verschuldigde btw niet afdraagt. Bepaalde feiten en omstandigheden kunnen aanwijzingen zijn voor het bestaan van fraude, zonder dat zij fraude bewijzen. Als niet blijkt dat binnen de keten op enige andere wijze sprake is van fraude, moet de Belastingdienst de aftrek van de voorbelasting accepteren.
Natuurlijk is het toch verstandig om te checken of de leverancier misschien aan btw-fraude doet. Controleer dus zijn btw-identificatienummer.