In beginsel heeft de belanghebbende in een procedure tegen de overheid recht op een vergoeding van immateriële schade bij een overschrijding van de redelijke termijn. Maar dat is niet het geval als sprake is van een zogeheten zeer gering belang. In 2017 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat sprake is van een zeer gering belang als de vordering hooguit € 15 bedraagt. Maar rechtbank Den Haag vindt dat na bijna zes jaar een verhoging van die grens naar € 17 op zijn plaats is.
Bij het bepalen van het belang is het ook goed om te checken of het belang bij de procedure niet volledig bij de gemachtigde is komen te liggen. Denk bijvoorbeeld aan gemachtigden die het ‘no cure, no pay’-principe hanteren.