De overdrachtsbelasting kent een vrijstelling voor kavelruil. Deze vrijstelling is bedoeld om het landelijk gebied beter in te richten voor verschillende doeleinden. In de praktijk vindt echter ook wel gebruik van de vrijstelling plaats als de kavelruil alleen dient voor het verkrijgen van fiscaal voordeel. Hierdoor worden met name woningen en andere opstallen die men niet voor de landbouw gebruikt onbedoeld vrij van overdrachtsbelasting verkregen. Het ministerie van Financiën is daarom een internetconsultatie gestart over een aanpassing van de kavelruilvrijstelling. Onder het wetsvoorstel moeten met de kavelruilvrijstelling verkregen gebouwen ten behoeve van de landbouw worden gebruikt. Daarnaast moet dit gebruik nog minstens tien jaar voortduren. Anders wordt de vrijstelling teruggenomen en is alsnog overdrachtsbelasting verschuldigd. Wanneer gebouwen door overheidsbeleid aan de landbouw worden onttrokken, blijft de vrijstelling in stand.
Woningen die op een kavel met een agrarische bestemming staan en functioneel verbonden zijn aan het nabijgelegen agrarische bedrijf, kunnen onder de kavelruilvrijstelling vallen. Ook dan geldt dat men zo’n bedrijfswoning minstens tien jaar na de verkrijging als agrarische bedrijfswoning moet gebruiken.