Als een derde besluit af te zien van (een deel van) zijn vordering op een bv, behaalt die bv een kwijtscheldingswinst. In principe is deze kwijtscheldingswinst vrijgesteld, maar alleen voor zover deze winst het bedrag aan compensabele verliezen overtreft. De vraag is opgekomen hoe dit uitpakt als de bv ook te maken heeft met de zogeheten earningsstrippingmaatregel en een jaarverlies lijdt in het jaar van kwijtschelding. Grofweg gezegd houdt de earningsstrippingmaatregel in dat de bv niet meer aan rente kan aftrekken dan 20% van de gecorrigeerde winst, die minimaal nihil is, of niet meer dan het hogere bedrag van € 1 miljoen. De Kennisgroep winstbepaling laat weten dat bij de hiervoor beschreven samenloop men eerst de kwijtscheldingswinstvrijstelling moet toepassen.
Rentelasten en -baten met betrekking tot leningen tellen niet meer voor de earningsstrippingsmaatregel als zij behoren tot een winst die valt onder de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten.