Om onder de 30%-regeling te vallen, moet een werknemer kwalificeren als een ingekomen werknemer. Dat houdt onder andere in dat hij vanuit het buitenland is aangeworven. Ook moet hij in meer dan twee derde van de periode van 24 maanden voorafgaand aan de aanvang van zijn tewerkstelling in Nederland in het buitenland woonachtig zijn geweest. Rechtbank Den Haag oordeelt dat iemand ook in Nederland kan hebben gewoond als hij aanvankelijk nog maar een tijdelijke verblijfsvergunning had. Een andere voorwaarde is dat de woonplaats van de werknemer in de buitenlandse periode meer dan 150 kilometer van de grens van Nederland verwijderd moet zijn geweest. Bij een studie net over de grens is de kans groot dat de werknemer niet voldoet aan deze voorwaarde.
Tenzij overgangsrecht van toepassing is, bedraagt de vrijgestelde vergoeding voor extraterritoriale kosten in beginsel gedurende de eerste 20 maanden 30%, in de daaropvolgende 20 maanden 20% en de laatste 20 maanden 10%.