Voor het toepassen van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenkbelasting moet aan verschillende voorwaarden zijn voldaan. Bij een schenking van een aanmerkelijk belang in een bv moet de schenker bijvoorbeeld in de vijf jaren vóór de schenking al het aanmerkelijk belang hebben gehouden (bezitseis). Bovendien moet de bv in die periode al de desbetreffende onderneming hebben gedreven. Deze voorwaarde kan een probleem vormen als de schenker de aandelen heeft verkregen in het kader van een zogeheten ruziesplitsing. Bij een ruziesplitsing gebeurt het immers vaak dat verschillende bedrijfsactiviteiten bij verschillende lichamen belanden. In een zaak voor hof Arnhem-Leeuwarden had bijvoorbeeld een vrouw in het kader van een ruziesplitsing haar aandelen in een bv, die hoor- en optiekcentra exploiteerde, omgewisseld in aandelen in een bv die alleen hoorcentra exploiteerde. Het verschil in bedrijfsactiviteiten was volgens het hof hier al met al te groot om te voldoen aan de bezitseis. Wisselt een aandeelhouder in het kader van een ruziesplitsing aandelen in een bv om voor aandelen in een ander bedrijf? Dan kan dit de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling beperken.
In geval van vererving van een aanmerkelijk belang geldt dat de erflater slechts een jaar vóór de vererving aan de bezitseis moet voldoen.