Een besluit van de staatssecretaris van Financiën over internationale aspecten bij de loonheffing en inkomstenbelasting van pensioenen en stamrechten is gewijzigd. De wijziging heeft betrekking op de individuele waardeoverdracht van pensioenkapitaal van een mobiele werknemer aan een binnen de EU, de EER of Zwitserland gevestigde pensioenuitvoerder. In deze situatie mogen de afkoopmogelijkheden in het andere land nu ruimer zijn dan de afkoopmogelijkheden op grond van de Pensioenwet. Bovendien moest de buitenlandse ontvangende pensioenuitvoerder vóór de wijziging een overeenkomst sluiten met de Belastingdienst. In deze overeenkomst moest de pensioenuitvoerder aansprakelijkheid aanvaarden of zekerheid stellen voor de door de gerechtigde werknemer verschuldigde belasting en revisierente. Daarbij ging het om de belasting en revisierente ter zake van belastbare feiten met betrekking tot het overgedragen pensioen. De voorwaarde van het aanvaarden van aansprakelijkstelling of bieden van zekerheid is ook komen te vervallen.
De wijzigingen zijn met ingang van 5 april 2024 in werking getreden en werken terug tot en met 16 november 2023.