In een zaak voor rechtbank Gelderland heeft een autohandelaar bij de teruggaafverzoeken BPM vervalste Duitstalige voertuigdocumenten ingediend. De inspecteur beschuldigt hem van opzet. Maar de autohandelaar stelt dat hij de authenticiteit van de voertuigdocumenten maar zeer beperkt heeft kunnen controleren. Dit komt mede doordat hij de Duitse taal niet machtig is. Daardoor vindt de rechtbank niet aannemelijk dat de onjuistheden in de Duitstalige voertuigdocumenten voor de autohandelaar herkenbaar waren. Op zich mag men van een internationale autohandel van zekere omvang verwachten dat deze ontvangen voertuigdocumenten met de nodige zorgvuldigheid en nauwgezetheid op echtheid beoordeelt. Deze norm gaat echter niet zo ver dat de autohandelaar door de voertuigdocumenten niet te laten controleren opzettelijk het risico heeft genomen dat ten onrechte teruggaaf van rest-BPM is verleend.
Zonder opzet of op zijn minst grove schuld mag de fiscus geen vergrijpboete opleggen, hooguit een verzuimboete.