Stel dat iemand op de peildatum 1 januari van een jaar een leningsovereenkomst aangaat met een ander. Maar de schuldeiser boekt het geld pas een paar dagen later over. Blijkt na verloop van tijd de schuldenaar een oplichter te zijn, dan heeft de schuldeiser dubbel pech. Hij is zijn geld kwijt, maar mag zijn vermogen in box 3 niet verlagen met de waarde van het ontfutselde geld. Op de peildatum behoorde het geldbedrag immers nog tot het vermogen op zijn bankrekeningen. Zo luidt het oordeel van rechtbank Noord-Nederland.
Zelfs in situaties waarin de belastingrechter oordeelt dat het forfaitair rendement feitelijk niet haalbaar is, komt men niet snel toe aan het afwijken van de wet om dit te herstellen.