In principe moet een onderneming bedrijfsmiddelen zoals bedrijfspanden waarderen tegen de historische kostprijs minus de afschrijvingen. Als de ondernemer aannemelijk kan maken dat de werkelijke bedrijfswaarde lager is, mag hij het bedrijfspand op grond van goedkoopmansgebruik waarderen tegen die lagere bedrijfswaarde. Zolang het bedrijf een pand tegen dezelfde vergoeding blijft verhuren, is er in beginsel geen reden om te oordelen dat de waardedaling zich al heeft voorgedaan, aldus rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Normaal gesproken mogen ondernemers niet meer op een onroerende zaak afschrijven als de fiscale boekwaarde is bereikt. De bodemwaarde voor onroerende zaken die als belegging dienen, is 100% van de WOZ-waarde. Anders is de bodemwaarde 50% van de WOZ-waarde.