Wordt een pensioenregeling uitgevoerd door twee pensioenuitvoerders? Dan kan als gevolg van de afwijkende overgangsmomenten naar het nieuwe fiscale pensioenkader van de Wet toekomst pensioenen (WTP) de pensioenregeling fiscaal onzuiver worden. Om dat te voorkomen heeft de staatssecretaris van Financiën een besluit aangepast. In dit aangepaste besluit wijst hij onder voorwaarden een pensioenregeling bij twee pensioenuitvoerders aan als pensioenregeling. Een belangrijke voorwaarde is dat het basisdeel van de pensioenregeling al op 30 juni 2023 werd uitgevoerd door een kwalificerend pensioenfonds en het aanvullende deel van de pensioenregeling door een kwalificerende verzekeraar/premiepensioeninstelling (PPI). De pensioenopbouw in het aanvullende deel van de pensioenregeling moet zich enkel beperken tot pensioenopbouw over niet in het basisdeel van de pensioenregeling benutte pensioengevende loonbestanddelen. Hieronder valt een niet benut deel van de pensioengrondslag dat ontstaat door een verschil in gehanteerde AOW-franchises.
Na aanpassing van een van de twee delen van de pensioenregeling aan het nieuwe fiscale pensioenkader van de WTP of als het aanvullende deel van de pensioenregeling tot stand is gekomen na 30 juni 2023, moeten beide delen voldoen aan het fiscale pensioenkader waarop dat betreffende deel van de pensioenregeling gebaseerd is.