Stel dat de Belastingdienst bij een bv vennootschapsbelasting navordert over een fiscale correctie vanwege gerealiseerde stille reserves en goodwill. Deze bv heeft activiteiten overgenomen van een of meer zustervennootschappen. De inspecteur vordert over dezelfde correctie na bij deze zustervennootschappen van de bv. Als alle navorderingsaanslagen in stand blijven, is sprake van dubbele heffing. Daarom zal de belastingrechter in zo’n situatie in ieder geval zoveel navorderingsaanslagen moeten vernietigen als nodig is om dubbele heffing te voorkomen.
Overigens komt het voor dat de inspecteur zelf verzoekt om vernietiging van de andere navorderingsaanslagen als de belastingrechter oordeelt dat de ene navorderingsaanslag terecht is opgelegd. Dit was ook het geval in een zaak voor rechtbank Zeeland-West-Brabant.