Maak nu gebruik van de fiscale mogelijkheden. Voor veel regelingen betekent dat: actie ondernemen vóór 31 december van dit jaar, of juist bepaalde handelingen uitstellen tot na de jaarwisseling. Onze eindejaarstips helpen u daarbij.

Tips voor particulieren

Betaal uw ziektekosten vooruit
Betaal uw ziektekosten vooruit

Betaal uw ziektekosten vooruit

Denkt u nog bepaalde ziektekosten te maken waarvan u zelf kunt bepalen of u ze in 2022 of in 2023 betaalt? Besef dan dat u deze ziektekosten dit jaar tegen een hoger maximaal effectief tarief (40%) kunt aftrekken dan in 2023 (37%). De volgende ziektekosten zijn aftrekbaar:

  • geneeskundige hulp (met uitzondering van ooglaseren ter vervanging van een bril of contactlenzen);
  • vervoer van zieken en invaliden;
  • medicijnen op doktersvoorschrift;
  • andere hulpmiddelen die vanwege hun aard voor minstens 70% worden gebruikt door zieke of invalide personen. Brillen, contactlenzen, overige hulpmiddelen voor de ondersteuning van het gezichtsvermogen, scootmobielen, rolstoelen en aanpassingen aan, in of om de woning (dit begrip kunt u ruim opvatten) behoren niet tot de aftrekbare ziektekosten;
  • extra gezinshulp (hiervoor geldt een forfaitaire drempel);
  • medische dieetkosten (hiervoor gelden forfaitaire bedragen);
  • extra kleding en beddengoed (hiervoor gelden forfaitaire bedragen); en
  • reizen voor regelmatig ziekenbezoek (volgens tabel).

Deze uitgaven mogen ook betrekking hebben op uw kinderen van jonger dan 27 jaar, eventuele inwonende en zorgafhankelijke ouders, broers en/of zussen en/of ernstig gehandicapte personen van 27 jaar of ouder binnen uw huishouden?

Let op! In beginsel kunt u uw ziektekosten pas aftrekken als zij een drempel overschrijden. Deze drempel hangt af van het verzamelinkomen van u en uw partner. Als uw verzamelinkomen bijvoorbeeld in 2022 een bedrag van € 42.986 op jaarbasis overtreft, dan is de drempel voor ziektekosten 5,75% x (verzamelinkomen -/- € 42.986) + € 709. Heeft u een fiscale partner? Voeg dan de uitgaven voor specifieke zorgkosten en het gezamenlijk verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek van u beiden samen.

Ga na of extra aflossing hypotheek in 2022 voordelig isGa na of extra aflossing hypotheek in 2022 voordelig is

In sommige situaties is het (fiscaal) voordelig om uw eigenwoningschuld deels of volledig af te lossen. Stel bijvoorbeeld dat u nog een gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek heeft met een vrij hoge rente. Tegelijkertijd beschikt u over belast vermogen in box 3 dat u niet liquide nodig heeft. Als het rendement op dat vermogen lager is dan wat u netto aan hypotheekrente betaalt, is aflossen waarschijnlijk voordelig. Informeer bij uw bank hoeveel u boetevrij kunt aflossen. Meestal is dat hoogstens 10% van het (openstaande) hypotheekbedrag per jaar. Los af vóór 1 januari 2023, dan behaalt u hierbij ook een box 3-voordeel. Maar houdt wel rekening met de wijziging in het stelsel van box 3! De verwachting is dat het forfaitair rendement op banktegoeden aan de lage kant zal zijn. Voor 2021 bedraagt dit rendement bijvoorbeeld 0,04%. In dat geval is het goed mogelijk dat vervroegde aflossing fiscaal toch niet voordelig is.

Let op! Heeft u in 2022 geen eigenwoningschuld of een eigenwoningschuld die minder bedraagt dan het eigenwoningforfait? Dan krijgt u een aftrek. Die aftrek was aanvankelijk het eigenwoningforfait of het positieve verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten eigen woning. Sinds 2019 wordt die aftrek beperkt. In 2022 is nu 13,33% van het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten eigen woning belast. In de komende jaren zal steeds 3,33% extra van het saldo als inkomen worden bijgeteld. In 2023 zal daardoor 16,66% van het positieve verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten belast zijn als inkomen uit werk en woning.

Ga in bezwaar tegen niet-definitieve aanslag met box 3Ga in bezwaar tegen niet-definitieve aanslag met box 3

Het systeem van box 3, en dan specifiek de forfaitaire verdeling, zoals dat geldt sinds 1 januari 2017, is in principe in strijd met het Unierecht. Wie vóór 24 december 2021 (datum van het Kerstarrest) in bezwaar is gegaan tegen de vermogensrendementsheffing over de jaren 2017 – 2020, krijgt automatisch rechtsherstel. Mocht u nog een aanslag inkomstenbelasting over deze periode hebben, waarvan de bezwaartermijn nog niet is verstreken, ga dan alsnog in bezwaar. Voor het bepalen van het nieuwe voordeel uit sparen en beleggen moet u het effectieve rendementspercentage vermenigvuldigen met de rendementsgrondslag, nadat deze is verminderd met het heffingvrije vermogen. Het effectieve rendementspercentage is de som van de rendementen over de vermogenscategorieën I (banktegoeden), II (overige bezittingen) en III (schulden) gedeeld door het totaal aan bezittingen minus schulden. Deze rendementspercentages zijn als volgt:

  • 0,25% voor vermogenscategorie I, 5,39% voor vermogenscategorie II en -3,43% voor vermogenscategorie III in 2017.
  • 0,12% voor vermogenscategorie I, 5,38% voor vermogenscategorie II en -3,20% voor vermogenscategorie III in 2018.
  • 0,08% voor vermogenscategorie I, 5,59% voor vermogenscategorie II en -3,00% voor vermogenscategorie III in 2019.
  • 0,04% voor vermogenscategorie I, 5,28% voor vermogenscategorie II en -2,74% voor vermogenscategorie III in 2020.

Let op! Het kabinet heeft laten weten dat de Belastingdienst geen ambtshalve verminderingen zal verlenen op grond van het Kerstarrest.

Bijzonderheden:

  • U kunt alleen aanspraak maken op rechtsherstel als uw box 3-inkomen onder het regime van het rechtsherstel, de zogeheten forfaitaire spaarvariant, lager is dan het wettelijke systeem vóór de invoering van het rechtsherstel. Aan de andere kant mag de inspecteur in dat geval u ook geen hogere aanslag opleggen.
  • De normale bezwaartermijn is zes weken. De bezwaartermijn begint op de dag na die van dagtekening van het aanslagbiljet.
  • Door het rechtsherstel zal het verzamelinkomen wijzigen. Dat kan de hoogte van de persoonsgebonden aftrek beïnvloeden. Fiscale partners kunnen in dat verband alsnog een andere verdeling ten aanzien van de extra aftrek kiezen. Hiertoe kunnen zij een verzoek om ambtshalve vermindering indienen bij de inspecteur of – voor de jaren 2021 en 2022 – een nieuwe aangifte indienen waarin zij hun gezamenlijke keuze kenbaar maken.

Wacht met verkoop van groene beleggingenWacht met verkoop van groene beleggingen

Het nieuwe systeem van box 3, zoals dat zal gelden in de jaren 2023 tot en met 2025, is opgenomen in de Overbruggingswet box 3. Ook dat nieuwe systeem zal tot een bepaald maximumbedrag een vrijstelling verlenen voor groene beleggingen. Daarbij moet een verdeling plaatsvinden tussen groene beleggingen op banktegoeden en overige groene beleggingen. U moet de vrijstelling eerst zo veel mogelijk toerekenen aan overige groene beleggingen.

Zoek zakelijke reden om belegging te verkopen

Zonder nadere maatregelen is de box 3-heffing onder de Overbruggingswet box 3 gemakkelijk te verlagen door vlak vóór de peildatum beleggingen te verkopen. Vervolgens stort men de opbrengsten tijdelijk op een bankrekening. Daarom wordt zo’n verkoop en storting genegeerd als deze plaatsvindt in een aaneengesloten periode van drie maanden die aanvangt voor en eindigt na de peildatum. Deze maatregel geldt echter niet als u aannemelijk maakt dat u heeft gehandeld om zakelijke, niet-fiscale redenen.

Los kleine schulden af vóór 1 januari 2023

Vanuit fiscaal oogpunt is het voordelig om kleine schulden af te lossen vóór 1 januari 2023 als u voldoende liquide middelen heeft om dit te doen. Schulden verminderen de heffingsgrondslag van box 3 namelijk pas als zij de drempel van € 3.200 (€ 6.400 voor fiscale partners) overschrijden (bedragen 2022, in 2023 vindt misschien een indexatie plaats). De aflossing van schulden met box 3-vermogen leidt daarentegen tot een directe daling van de rendementsgrondslag. Los deze schulden daarom zo veel mogelijk af vóór de peildatum van 1 januari 2023.

Let op! Ondanks de verhoging van het heffingvrije vermogen naar € 57.000 per fiscale partner kan het toch interessant zijn om het box 3-vermogen laag te houden. Het tarief stijgt namelijk in 2023 naar 32%.

Schenk in 2022 voor een eigen woning

Als u schenkt aan uw kinderen, die tussen de 18 en 40 jaar oud zijn, wordt de vrijstelling voor schenkingen van ouders eenmalig verhoogd naar € 27.231. De dag van de 40e verjaardag valt overigens nog binnen de leeftijdsgrens. Betreft het een schenking aan kinderen voor een studie, dan is de eenmalige vrijstelling € 56.724. Bij een schenking voor een eigen woning stijgt de eenmalige vrijstelling zelfs naar € 106.671 (bedrag 2022). De vrijstelling van € 106.671 geldt overigens voor iedereen die tussen de 18 en 40 jaar oud is en het geld voor zijn eigen woning gebruikt. Het kabinet gaat de verhoogde vrijstelling bij schenking voor een eigen woning afschaffen. In 2023 zal een verlaging van de vrijstelling plaatsvinden naar het bedrag van de eenmalige verhoogde vrijstelling van ouders aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar (€ 27.231 in 2022). In 2024 komt het tot een volledige afschaffing van de verhoogde schenkingsvrijstelling ten behoeve van de eigen woning.

Tip: U hoeft het gehele bedrag van € 106.671 niet in één jaar te schenken. Het onbenutte deel kunt u nog in 2023 schenken. Let op dat de toepassing van de verhoogde vrijstelling wordt beïnvloed als eventueel in een voorgaand jaar al een eenmalig verhoogde schenking plaatsvond. De mogelijkheid van gespreid schenken komt te vervallen voor schenkingen gedaan in of na 2023.

Zoek andere huurder met huurbescherming

Zowel voor de inkomstenbelasting over het inkomen uit sparen en beleggen als de erf- en schenkbelasting moet men de waarde van verhuurde onroerende zaken bepalen. De waarde van verhuurde woningen met huurbescherming wordt bepaald door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met de leegwaarderatio. Vanaf 2023 geldt voor tijdelijke huurcontracten en voor verhuur aan gelieerde partijen een ratio van 100%. Hiermee is in die situaties de leegwaarderatio in feite afgeschaft.

Stel verkoop hypotheekvrije woning uit tot 2023

Bent u van plan om binnenkort uw schuldenvrije woning te verkopen zonder direct een nieuwe woning aan te kopen? Misschien is het beter daarmee te wachten tot in 2023. Bij een verkoop vóór 1 januari 2023 telt de ontvangen verkoopsom immers mee in de grondslag van de vermogensrendementsheffing van het jaar 2023 (peildatum 1 januari 2023). Als u de woning bijvoorbeeld op 5 januari 2023 verkoopt, valt de koopsom in 2023 niet in box 3.

Verkoop woning onder hypotheek in 2022

Overweegt u uw eigen woning, waarop nog een hypotheek rust, te verkopen? Dan zal de besparing van box 3-belasting bij verkoop in 2023 misschien tegenvallen. Alleen het verschil tussen de verkoopprijs en de som van de verkoopkosten en de af te lossen hypotheek valt dan immers in box 3. Bovendien stijgt per 1 januari 2023 het normale tarief van de overdrachtsbelasting met 2,4%-punt. Dit kan het lastiger maken om uw eigen woning in 2023 te verkopen. Deze tariefsverhoging raakt alleen kopers voor wie de woning geen eigen woning is.

Koop vóór 1 januari 2023 een vakantiehuisje

Wilt u een vakantiehuisje in Nederland aanschaffen, besef dan dat u daarbij overdrachtsbelasting verschuldigd bent tegen het normale tarief. Dit jaar is het normale tarief nog 8%, maar per 1 januari 2013 stijgt dit tarief naar 10,4%. Deze stijging kan een reden zijn om toch wat meer vaart te zeten achter uw aankoop.

Maak vliegreis in 2022

Wilt u nog een vliegreis maken naar het buitenland, om daar korte tijd te verblijven? Weet dan dat de vliegbelasting per 1 januari 2023 stijgt met € 17,95. Doordat het huidige vliegbelastingtarief van € 7,947 jaarlijks wordt geïndexeerd, bedraagt het nieuwe tarief inclusief indexatie en verhoging € 26,43 per vertrekkende passagier. Het vliegen op korte afstanden wordt zo ontmoedigd, omdat de vliegbelasting hierop relatief zwaarder drukt. Overweeg daarom nog in 2022 de vliegreis te maken.

Doe nog één keer aan middeling

Genoot u in drie achtereenvolgende, nog vrij recente jaren wisselende box 1-inkomsten, dan heeft u misschien recht op een teruggaaf vanwege middeling. Om te beginnen moet u dan meer belasting hebben betaald dan wanneer u in die drie jaar gelijkmatige inkomsten had genoten. Bij middeling vindt voor drie achtereenvolgende jaren een herrekening van de belasting plaats op basis van het gemiddelde inkomen. Is die belasting meer dan € 545 lager dan de betaalde belasting, dan krijgt u het meerdere terug. Om de middelingsteruggaaf te krijgen, moet u een verzoek indienen bij de Belastingdienst. U kunt het verzoek indienen tot 36 maanden na het moment waarop de laatste aanslag van die drie jaar onherroepelijk vaststaat. Heeft u nog recht op teruggaaf over 2014 tot en met 2016 en heeft de aanslag 2016 een dagtekening van 20 november 2019, dan staat deze per 1 januari 2020 onherroepelijk vast. Een aanslag is onherroepelijk als de termijn van 6 weken voor bezwaar, beroep, hoger beroep of cassatie is verstreken. U heeft dan nog tot en met 2022 de tijd om die teruggaaf aan te vragen. Vraag de teruggaaf daarom voor 1 januari 2023 aan. Op internet zijn diverse tools beschikbaar om de middelingsteruggaaf te bepalen.

Let op! Het kabinet wil per 1 januari 2023 de middelingsregeling afschaffen. Het gevolg is dat het laatste tijdvak waarover men kan middelen zal bestaan uit de jaren 2022, 2023 en 2024.

Optimaliseer uw periodieke giften

De fiscus maakt voor wat betreft de giftenaftrek onderscheid tussen periodieke giften aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI) en overige giften aan een ANBI. Bij een periodieke gift legt u schriftelijk vast dat u gedurende vijf jaar een bepaald bedrag schenkt, tenzij u eerder komt te overlijden. Periodieke giften zijn tot en met 2022 volledig aftrekbaar. Per 1 januari 2023 wordt de aftrek van periodieke giften beperkt tot € 250.000 per huishouden. Als u in 2022 uw gift nog omzet in een periodieke gift, profiteert u dit jaar nog van volledige aftrek. Bij de keuze voor het omzetten van gewone giften in periodieke giften moet u onder andere letten op het volgende:

  • Uw jaarlijkse niet-periodieke giften aan een ANBI zijn alleen aftrekbaar als ze boven een drempel uitkomen. Voor 2022 is die drempel minstens € 60 of, als dat hoger is, 1% van uw verzamelinkomen. Heeft u een fiscale partner, dan geldt 1% van het gezamenlijke verzamelinkomen.
  • De aftrek van niet-periodieke giften is gemaximeerd op 10% van het (gezamenlijke) verzamelinkomen.
  • Als de periodieke gift afhankelijk is van de langstlevende van twee schenkers, moet het overlijdensrisico minimaal 1% zijn. Meestal wordt niet voldaan aan deze eis bij een periodieke schenking op twee levens gedurende vijf jaar. Maak daarom de schenking afhankelijk van het leven van één schenker.

Schenk in 2022 aan culturele ANBI

Als u in 2022 schenkt aan een zogeheten culturele algemeen nut beogende instelling (ANBI), mag u het bedrag aan aftrekbare giften aan culturele ANBI’s verhogen met 25%, maar maximaal met € 1.250. In de praktijk is er altijd van uitgegaan dat het maximumbedrag van € 1.250 voor beide partners tezamen geldt. Op grond van de huidige wettekst, zou de verhoging voor fiscale partners maximaal het dubbele moeten zijn (€ 2.500). De wetgever past daarom de wet aan om aan te sluiten bij de praktijk. De maximale verhoging blijft ook voor fiscale partners tezamen € 1.250.

Betaal nog dit jaar uw lijfrentepremie

Heeft u een pensioengat? Dan kan het interessant zijn om een lijfrenteovereenkomst af te sluiten. Een bijkomend voordeel is dat de lijfrentepremies binnen bepaalde grenzen fiscaal aftrekbaar zijn. De aftrek van lijfrentepremies is trouwens in eerste instantie beperkt tot de zogeheten jaarruimte. Onder voorwaarden kunt u nog de reserveringsruimte gebruiken. Een andere voorwaarde is dat u de premie daadwerkelijk heeft betaald in het jaar waarin u de premie wilt aftrekken. Wilt u al over 2022 uw lijfrentepremie kunnen aftrekken? Zorg er dan voor dat u de lijfrentepremie betaalt vóór 1 januari 2023.

Tip: Stel dat u in de afgelopen vijf jaar lijfrentepremies heeft betaald, maar bent vergeten deze op te geven in uw aangifte inkomstenbelasting. Inmiddels staat de desbetreffende aanslag al onherroepelijk vast. Uw laatste redmiddel is dan het indienen van een verzoek om ambtshalve vermindering bij de inspecteur. U moet dan wel kunnen bewijzen dat u de betaalde premie niet heeft afgetrokken. Wilt u voor ambtshalve teruggave over 2017 in aanmerking komen? Dien dan uiterlijk 31 december 2022 een verzoek om een ambtshalve vermindering in!

Sluit nog dit jaar samenlevingscontract

Fiscaal partnerschap kan bepaalde voordelen bieden, bijvoorbeeld als een van de partners zijn heffingsvrij vermogen in box 3 niet volledig benut. Als u en uw partner nog niet elkaars fiscale partner zijn, kunt u nog regelen dat u voor heel 2022 als elkaars fiscale partner voor de inkomstenbelasting wordt aangemerkt. U moet dan op zijn minst ongehuwd samenwonen en per 1 januari 2022 op hetzelfde woonadres staan ingeschreven. Daarnaast moet een bepaalde situatie aan de orde zijn. De situatie die u het makkelijkst op korte termijn kunt realiseren, is het afsluiten van een notarieel samenlevingscontract. Regel dit vóór 1 januari 2023 en voldoe aan de eerdergenoemde voorwaarden. Dan kunt u alsnog voor heel 2022 als fiscale partners worden aangemerkt. Let daarbij wel op eventuele nadelen, zoals het samenvoegen van de schuldendrempels in box 3.

Betaal uw partneralimentatie vooruit

Ook al is het vaak lastig om een fiscale aftrekpost te vervroegen, toch is het fiscaal aantrekkelijk om dit te proberen. Of voorkom op zijn minst dat een aftrekpost fiscaal gezien in 2023 valt. Per 1 januari 2022 zijn bepaalde posten, zoals de partneralimentatie en andere onderdelen van de persoonsgebonden aftrek, effectief gezien tegen maximaal 40% aftrekbaar. In 2023 is het maximale effectieve tarief voor wat betreft de aftrek 37%. Als u dit jaar de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt en volledig premieplichtig bent voor de volksverzekeringen, heeft u of krijgt u te maken met de volgende tarieven:

  • 37,07% (tarief 2022, tarief 2023: 36,93%) over uw box 1-inkomen tot en met € 69.398 (bedrag 2022, bedrag 2023: € 73.031); en
  • 49,50% (in 2022 en in 2023) over uw box 1-inkomen voor zover dit inkomen meer bedraagt dan € 69.398 (bedrag 2022, bedrag 2023: € 73.031).

Aandachtspunten

  • Als u over 2022 arbeidsinkomen geniet, heeft u recht op een onderdeel van de heffingskorting, de arbeidskorting. De arbeidskorting bedraagt 4,541% over de eerste €350 aan arbeidsinkomen. Voor zover uw arbeidsinkomen meer bedraagt dan €10.350 maar niet meer dan € 22.356, bedraagt uw arbeidskorting 28,461% van dat deel van uw arbeidsinkomen. Over het meerdere bedraagt de arbeidskorting 2,610%. Uw arbeidskorting over 2022 bedraagt maximaal € 4.260.
  • U moet de maximale arbeidskorting van €260 verminderen met 5,86% van uw arbeidsinkomen voor zover uw arbeidsinkomen meer bedraagt dan €36.649.
  • De hiervoor genoemde bedragen gelden voor personen die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.
  • In 2023 bedraagt de arbeidskorting maximaal €052.

Tips voor ondernemers

Doteer voor het laatst aan oudedagsreserve

Doteer voor het laatst aan oudedagsreserve

Bent u een IB-ondernemer? Dan kunt u onder voorwaarden fiscale winstneming uitstellen door een toevoeging aan de oudedagsreserve. U doet dat in principe voor 9,44% van de winst, maar maximaal voor € 9.632 (cijfers 2022) of het bedrag waarmee het ondernemingsvermogen aan het einde van het jaar de oudedagsreserve aan het begin van het jaar te boven gaat. Per 1 januari 2023 wordt de FOR afgeschaft. U kunt dan niet meer doteren aan deze reserve, maar uw bestaande reserve is volgens de huidige regels af te wikkelen.

Let op! Om toe te voegen aan de oudedagsreserve moet u in 2022 voldoen aan het urencriterium. Daarnaast mag u aan het begin van 2022 de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. Kijk ook naar het tarief waartegen de toevoeging aftrekbaar is. Als u later de oudedagsreserve moet afrekenen tegen een hoger tarief dan het tarief dat voor aftrek van de toevoeging geldt, is het beter de toevoeging achterwege te laten.

Doe onderzoek naar meest vergelijkbare dienstbetrekkingDoe onderzoek naar meest vergelijkbare dienstbetrekking

Op grond van de gebruikelijkloonregeling wordt een dga geacht een minimum aan loon te ontvangen. In eerste instantie is dat minimum het hoogste van de volgende drie bedragen: 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking, het loon van de meestverdienende werknemer in de bv (of het concern) of een vast bedrag van € 48.000 (bedrag 2022). Als de bv aannemelijk maakt dat 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan het loon van de meestverdienende werknemer, is het gebruikelijk loon gelijk aan die 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Daarbij geldt wel als minimum € 48.000 (bedrag 2022) of, als dat lager is, 100% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Het kabinet wil de doelmatigheidsmarge van 25% in deze regeling afschaffen. Het is daardoor mogelijk dat de doelmatigheidsmarge in 2023 eerst daalt naar 15%. Toch blijft belangrijk om te weten wat de meest vergelijkbare dienstbetrekking is. Zoek dit tijdig uit, zodat uw bv u een fiscaal toegestaan loon kan uitbetalen. Dit verkleint het risico op naheffingsaanslagen.

Tip: De gebruikelijkloonregeling is niet van toepassing als het gebruikelijk loon zou uitkomen op een bedrag van hoogstens € 5.000.

Begin in 2022 met innovatieve start-upsBegin in 2022 met innovatieve start-ups

Een bv met een onderneming die kwalificeert als een innovatieve start-up, mag het gebruikelijk loon voor haar dga voor maximaal drie jaar op het minimumloon stellen. Daarvoor is geen overleg nodig met de Belastingdienst. Deze regeling komt per 1 januari 2023 te vervallen voor nieuwe gevallen. Was u van plan te beginnen met zo’n innovatieve start-up, doe dat dan nog dit jaar!

Tip: Voer overleg met de inspecteur om een gebruikelijk loon vast te stellen dat rekening houdt met de financiële positie van uw onderneming.

Controleer of hypotheek bij uw bv moet blijvenControleer of hypotheek bij uw bv moet blijven

Misschien heeft u, net zoals sommige andere dga’s, de mogelijkheid om de lening voor uw eigen woning aan te gaan bij uw bv. In dat geval heeft u meer controle over de leningsvoorwaarden dan eigenwoningbezitters die een hypotheek bij een derde hebben. De leningsvoorwaarden hebben invloed op de kwalificatie van eigenwoningschuld. Een aflossingsvrije hypotheek valt bijvoorbeeld in beginsel niet in box 1, maar in box 3. Een hypotheek in box 1 leidt tot een hypotheekrente die in box 1 aftrekbaar is tegen het progressieve tarief. Overigens zal de maximale aftrek plaatsvinden tegen een tarief dat steeds meer het tarief van de tweede schijf benadert. In 2022 is het effectief tarief waartegen de hypotheekrente aftrekbaar is maximaal 40%. In box 3 levert de hypotheek een rendement op van negatief 2,46% (percentage 2021, percentage 2022 nog niet bekend), gesteld dat de schuldendrempel van € 3.200 per fiscale partner al is benut. Afhankelijk van de omstandigheden kan het fiscaal voordelig zijn om de hypotheek in box 3 te laten vallen. Het kabinet hoopt overigens in 2026 een nieuw systeem voor box 3 te kunnen invoeren, mogelijk op basis van het werkelijke rendement. Houd daarmee rekening als u niet verwacht de hypotheek vóór die tijd te hebben afgelost. 

Let op! Heeft u een lening van vóór 2013 of een lening waarop het regime van vóór 2013 van toepassing is? Dan is het niet mogelijk om een eigenwoningschuld te transformeren naar een box 3-schuld. Bij zulke leningen kunt u namelijk wel overeenkomen om gedurende de looptijd niet te hoeven aflossen. In dat geval valt zo’n hypotheek niet in box 3.

Doe aan herfinanciering van de lening aan uw bv

Dit jaar heeft de Tweede Kamer de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap aangenomen. Deze wet treedt in werking per 1 januari 2023. Als u meer dan € 700.000 schuld heeft aan uw bv, is het meerdere een fictieve winstuitdeling. Over die winstuitdeling moet u belasting betalen. Heeft u vastgoed in privé gefinancierd met een lening van de bv? En heeft u meer dan € 700.000 schuld aan de bv? Overweeg dan de schuld voor het vastgoed te herfinancieren met een lening van de bank. Gaat u de financiering dit jaar nog aan, dan profiteert u nog van de huidige relatief lage rente.

Let op! Een alternatief voor herfinancieren van het vastgoed is verkoop van het vastgoed aan uw bv. Bedenk daarbij wel dat dit in 2022 8% overdrachtsbelasting kost. In 2023 zal dit percentage zelfs 10,4% zijn.

Probeer aan de 1.225 uur te komen

Als ondernemer heeft u mogelijk recht op diverse ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting, zoals de ondernemersaftrek. Wilt u voor het jaar 2022 in aanmerking komen voor de ondernemersfaciliteiten, dan moet u voldoen aan het zogeheten urencriterium. Dat komt erop neer dat u in 2022:

  • minimaal 1.225 uur dient te besteden aan uw onderneming. U kunt het aantal bestede uren aannemelijk maken met een urenadministratie; en
  • meer dan de helft van uw totale arbeidstijd besteedt aan uw onderneming. Deze voorwaarde geldt niet als u in minstens een van de jaren van de periode van 2017 tot en met 2021 geen ondernemer was.

Tip: In geval van zwangerschap tellen de uren die de onderneemster onder normale omstandigheden wel zou hebben gewerkt in de 16 weken rondom de bevalling, toch mee.

Betaal in 2022 rente op inleggelden

In beginsel dient men dividendbelasting in te houden op uitgekeerde dividenden op aandelen en winstbewijzen, maar ook op vergoedingen voor geldleningen die fungeren als eigen vermogen. Per abuis gold deze inhoudingsplicht niet bij renten op inleggelden van een coöperatie, renten op aandelen in een onderlinge waarborgmaatschappij en andere vergoedingen voor kapitaalverstrekking door oprichters, aandeelhouders, leden, enzovoorts. Deze fout wordt per 1 januari 2023 hersteld. Dat is misschien een reden om dit jaar nog een vergoeding voor kapitaalverstrekking toe te kennen.

Laat winst bv in 2022 vallen

Hoewel het lastig kan zijn om winst van een vennootschap fiscaal gezien naar voren te halen, kan het voordelig zijn dit toch te proberen. Per 1 januari 2023 zal namelijk het tarief van de eerste schijf stijgen van 15% naar 19%. Daar komt nog bij dat de eerste schijf van de vennootschapsbelasting zal inkrimpen van € 395.000 naar € 200.000. Uw bv komt dan dus eerder toe aan het hoge tarief van 25,8% in plaats van 19%.

Wacht met milieu- of energie-investering

Wilt u flink investeren in bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst of Energielijst staan? Dan kunt u recht hebben op de milieu-investeringsaftrek (MIA) of energie-investeringsaftrek (EIA). Voor dit jaar bedraagt de MIA 45%, 36% en 27% voor categorie I respectievelijk categorie II en categorie III. De EIA bedraagt in 2022 45,5% over in beginsel maximaal € 128 miljoen. De MIA en EIA zijn echter gebonden aan budgetten. Neem daarom contact op met RVO.nl of u nog wel optimaal de MIA of EIA kunt benutten. Is dat niet het geval, overweeg dan om (een deel van) uw investeringen uit te stellen. In 2023 vindt namelijk een structurele verhoging plaats van het budget van de MIA met € 100 miljoen. Het budget voor de EUA stijgt structureel met € 50 miljoen. 

Vang tijdig aan met aanvraag voor Milieulijst 2024

Investeert u in een product dat nog niet staat op de Milieulijst 2023? Maar denkt u dat het wel zou moeten staan op de Milieulijst 2024? Vanaf 1 januari 2023 kunt u daartoe een voorstel indienen bij RVO.nl. Vanaf die datum is namelijk het voorstelformulier beschikbaar. Tegen het einde van het jaar vindt de publicatie plaats van de nieuwe Milieulijst in de Staatscourant en op de website van RVO.nl. Vier weken na de publicatie neemt RVO.nl contact op met degenen die een voorstel hebben ingediend. Bij afwijzing van het voorstel geeft RVO.nl een motivering.

Tip: Zorg ervoor dat u aanvullende informatie over uw voorstel beschikbaar heeft. Daarbij valt te denken aan vakliteratuur en documentatiemateriaal. Daarnaast kunt u alvast nagaan welke instanties u meer informatie kunnen geven over uw voorstel.

Vraag snel WBSO 2023 aan

U kunt de (loon)kosten van uw speur- en ontwikkelingsproject in 2023 verlagen door een zogeheten tegemoetkoming op grond van de WBSO te claimen. Heeft u personeel in dienst? Vraag deze tegemoetkoming dan uiterlijk op 20 december 2022 aan! Bent u een zelfstandige zonder personeel (zzp’er)? Dan heeft u tot en met 1 januari 2023 de tijd om de aanvraag voor een WBSO-tegemoetkoming voor het jaar 2023 in te dienen.

Laat werknemers met lage lonen 1.248 uur of langer werken

Als u werknemers in dienst heeft met het minimumloon of iets daarboven, heeft u onder voorwaarden recht op het lage-inkomensvoordeel. Het gaat om werknemers die in 2022 tussen de € 10,73 (ondergrens) en € 13,43 verdienen. De tegemoetkoming is € 0,49 per uur per werknemer met een maximum van € 960. Uw werknemer moet minimaal 1.248 verloonde uren per kalenderjaar hebben. Als uw werknemers aan de voorwaarden voldoen, betaalt het UWV het voordeel in de loop van 2023 aan u uit. Is het nog niet helemaal zeker of bepaalde werknemers meer dan 1.248 uur verloonde uren krijgen? Plan die werknemer extra in, zodat uw bedrijf aan het minimumaantal uren komt.

Verhoog vergoedingen voor werknemers voor 2023

In beginsel zijn vergoedingen en verstrekkingen die u als werkgever aanwijst als eindheffingsloon belast tegen een tarief van 80% eindheffing. Voor zover deze eindheffingsbestanddelen in de vrije ruimte vallen, hoeft u er geen eindheffing over te betalen. Voor 2022 bedraagt de vrije ruimte 1,7% van de fiscale loonsom tot en met € 400.000. Voor zover de loonsom meer bedraagt dan € 400.000, heeft u als werkgever recht op een vrije ruimte van 1,18% van dat meerdere. In 2023 zal naar verwachting de vrije ruimte over de eerste € 400.000 1,92% bedragen. Dit betekent dus een maximale extra vrije ruimte van € 880 per werkgever. Wellicht kunt u alvast aankondigen dat u in 2023 wat ruimer zult zijn met het toekennen van vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen.

Let op! Door de extra vrije ruimte in 2023 over de loonsom tot € 400.000 kan toepassing van de concernregeling ongunstig uitpakken. Check of het berekenen van de vrije ruimte per concernonderdeel gunstiger is.

Laat werknemer onder 500 privékilometers blijven

Stelt u als werkgever een auto van de zaak ter beschikking aan een werknemer? En gebruikt deze werknemer gebruikt de auto niet zo vaak voor privéritten? Doordat hij in de Kerstvakantie de auto van de zaak gebruikt om op wintersport te gaan, komt hij echter net boven de 500 privékilometers uit. Dat is zonde, want daardoor moet u over het hele jaar de bijtelling vanwege privégebruik van de auto van de zaak toepassen. Waarschuw werknemers dus als ze in december net de grens van 500 privékilometers dreigen te overschrijden.

Neem snel bedrijfsopvolger in dienst

Als u als dga de aandelen in uw bv schenkt aan uw kinderen of aan een andere bedrijfsopvolger, leidt dat in beginsel tot een fiscale afrekening. De waarde in het economische verkeer van de aandelen minus uw verkrijgingsprijs is dan namelijk belast. Onder voorwaarden is deze fiscale claim door te schuiven. Een van de voorwaarden is dat de verkrijger al gedurende minimaal 36 maanden vóór de schenking in dienstbetrekking was bij de bv. Deze voorwaarde vergt de nodige voorbereiding. Overweegt u de aandelen in uw bv op 1 januari 2026 te schenken aan uw kinderen of bedrijfsopvolger? Neem deze dan uiterlijk 31 december 2022 in dienst bij uw bv.

Let op! De bedrijfsopvolgingsregeling in de erf- en schenkbelasting staat nu erg onder druk. Het CBS heeft bijvoorbeeld geconcludeerd dat deze faciliteit niet doelmatig is. Of dit ook geldt voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de inkomstenbelasting, is moeilijk te zeggen. Het kabinet wil verhuurd vastgoed uitsluiten van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de erf- en schenkbelasting. Wellicht komen er nog meer versoberingen. Dat pleit voor het tijdig regelen van de bedrijfsoverdracht.

Reik vóór 28 januari 2023 90%-verklaring uit

Heeft u in 2021 een onroerende zaak gekocht? En daarbij samen met de verkoper geopteerd om de levering met btw te belasten? Reik dan binnen vier weken na afloop van het boekjaar volgend op het boekjaar van levering (dus vóór 28 januari 2023) de 90%-verklaring uit aan de verkoper en de fiscus. Vermeld in deze verklaring of u de onroerende zaak gebruikt voor doeleinden waarvoor u voor minstens 90% recht heeft op btw-aftrek. Voldoet u in het eerste boekjaar of in het daaropvolgende boekjaar niet meer aan het 90%-criterium? Dan stelt de fiscus dat de levering met terugwerkende kracht alsnog is vrijgesteld van btw. Voor de verkoper betekent dit dat het recht op btw-aftrek vervalt. Hij moet in dat geval dus de in vooraftrek gebrachte btw terugbetalen aan de Belastingdienst.

Let op! Als u in een later jaar niet meer voldoet aan het 90%-criterium, dient u op de gewone manier uw btw-aftrek te herzien.

Corrigeer btw auto in 4e kwartaal 2022

Als aan uw bedrijf in 2022 btw is gefactureerd in verband met de aanschaf, het onderhoud en het gebruik van de zakelijke auto, is deze btw aftrekbaar als voorbelasting. Tenminste, zolang u(w bedrijf) de auto heeft gebruikt voor belaste omzet. Heeft u de auto in 2022 mede voor privédoeleinden gebruikt? Pas dan daarvoor een correctie toe in uw laatste btw-aangifte van 2022. Onthoud daarbij dat woon-werkverkeer voor de btw-heffing telt als privégebruik. Als u het werkelijke privégebruik niet heeft bijgehouden, mag u uitgaan van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm). Voor bepaalde auto’s, waaronder auto’s die vijf jaar in de onderneming zijn gebruikt, mag u een forfait van 1,5% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) hanteren.

Pas BUA-correctie toe in slotaangifte 2022

Misschien heeft u in 2022 btw op kosten voor relatiegeschenken of personeelsverstrekkingen afgetrokken. Check dan of u een of meer personeelsleden hiermee voor meer dan € 227 (exclusief btw) heeft bevoordeeld. Controleer daarnaast of u een of meer relaties voor meer dan € 227 heeft bevoordeeld. Als minstens een van beide situaties zich voordoet, dient u in de btw-aangifte over het laatste tijdvak van 2022 de afgetrokken btw te corrigeren en alsnog te voldoen. Dit noemt men ook wel de BUA-correctie (BUA: Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting).

Neem in 2022 buitenlandse werknemer aan

Als u dit jaar een werknemer uit het buitenland in dienst neemt, kunt u onder voorwaarden de 30%-regeling op zijn loon toepassen. Volgens die regeling is voor 30% van het brutosalaris van de werknemer sprake van een onbelaste kostenvergoeding. Maar dan mag die werknemer niet op minder dan 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond. Het kabinet wil dat het uiteindelijk alleen maar mogelijk wordt om de 30%-regeling toe te passen tot maximaal de zogeheten Balkenendenorm (€ 216.000 in 2022). Hierbij zal echter een overgangsregeling gelden met een ingroeipad van drie jaar. Daardoor is het waarschijnlijk interessant om nog dit jaar een buitenlandse werknemer aan te nemen om het overgangsrecht optimaal te benutten.

De werknemer moet ook over een specifieke deskundigheid beschikken die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is. Die deskundigheid blijkt uit zijn loon. Voor werknemers zonder universitaire mastergraad of werknemers met universitaire mastergraad en ouder dan 30 jaar geldt in 2022 een minimumloon van € 39.467. Voor werknemers die wel een universitaire mastergraad hebben maar jonger zijn dan 30 jaar geldt een minimumloon van € 30.001. Voor zover het loon van uw buitenlandse werknemer lager is dan € 39.467, respectievelijk € 30.001, kunt u dit nog contractueel verhogen. De 30%-regeling is maximaal vijf jaar na indiensttreding geldig.

Deel dit artikel

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
WhatsApp
E-mail

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Bylan

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Bylan

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.